- Extreme vorm/het morele lijden op mondiaal vlak (Twee grote wereldoorlogen liggen aan de basis van heel wat leed, heel veel doden. Dit ontstaat meestal door pessimisme en een negatief mensbeeld.)
- Lijden in het persoonlijk leven/het morele lijden op persoonlijk vlak (Slachtoffer zijn van pesterijen op school of op het werk, anderen zijn ongeneselijk zien of anderen raken werkloos.)
- Lijden veroorzaakt door de natuur (Zoals aard- en zeebevingen, hittegolven bosbranden, vloedgolven, overstromingen, stormen en vulkaanuitbarstingen,...De oorzaak is gedeeltelijk aan de natuur maar ook gedeeltelijk bij de mens.)
Omgaan met moreel lijden:
- Diabolisering (De focus valt op het kwaad in het karakter van de dader.Daartegenover worden de slachtoffers beschreven als onschuldige kinderen.)
- Banalisering (De oorzaak van het kwaad ligt niet in de dader, maar in externe omstandigheden zoals drugs, slechte jeugd, armoede,...De mens wordt herleid tot een speelbal van omgevingsfactoren, waar hij niet aan kan doen.)
- Ethisering (Ze zeggen dat de daders het goede doen. Daders proberen immers hun eigen gedrag voor zichzelf en voor anderen te rechtvaardigen. Ze geloven dat ze het goede deden, dat ze een hoger ideaal hebben bewerkstelligd.)
- Fragmentatie en zelfbedrog (Iedere mens heeft verschillende rollen, door ons leven te fragmenteren kunnen we die verschillende rollen aan. Wanneer we fragmenteren door ons af te sluiten van het leed van de andere, kan hierdoor gemakkelijker kwaad ontstaan.)
Vergeving:
- Bij diabolisering is er geen vergeving mogelijk, geen verontschuldiging.
- Bij banalisering is er geen vergeving mogelijk, want in feite heeft de dader 'geen schuld'.
- Bij ethisering dader heeft geen schuld, want de mens handelt vanuit 'het goede', alleen visie op het goede verschilt.
- Bij fragmentatie is er wel mogelijkheid tot inkeer en vergeving. De dader wordt losgekoppeld van zijn daad.
Moet je vergeven, tot zevenmaal zeventigmaal?
De dader kan nooit vergeving afdwingen, hij kan enkel vergeving vragen. Het slachtoffer kan weigeren want vergeven is geen morele plicht. Het is meestal zeer moeilijk want dan wordt het slachtoffer vaak geconfronteerd met schuldgevoelens. Het vergevingsproces vergt zowel bekering van de dader als van het slachtoffer. Als die dubbele bekering zich niet voltrekt, ontstaat er een toestand van onvergeeflijkheid.
Het sacrament van de verzoening (=biecht of boetesacrament):
Dat is een breuk die is ontstaan tussen mens en God te herstellen. Door de zonde te vergeven die aan de basis ligt van deze breuk kan de relatie tussen een persoon en God, en tussen deze persoon en de kerkgemeenschap hersteld worden. Het sacrament bestaat uit 4 aspecten:
- Berouw (besef van de gemaakte fouten)
- Belijdenis (concreet benoemen van de gemaakte fouten tegenover een priester)
- Boete (het aangedane leed waar mogelijk herstellen en de boeteling een nieuwe start te laten nemen)
- Absolutie (vergeving van de zonden door de priester, in naam van Jezus Christus)
De godsvraag en het lijden:
- God is afwezig, Hij is dood. (God heeft niets te maken met lijden. Het leven is absurd. Leven van geboorte en dood, God zit er voor niets tussen.)
- God is de architect van goed en kwaad: God heeft het kwaad gewild. (God is rechtvaardig actief in de geschiedenis. Daardoor krijgt alles een doel. Dit betekent dat elke historische gebeurtenis, zowel catastrofaal en godsopenbaring betekent, waarin de mens zowel vernietigd wordt als vooruitgang krijgt.)
- Het lijden maakt God kwaad. (Het kwaad is onverklaarbaar en het blijft de opdracht van gelovigen en ongelovigen om het kwaad te bestrijden. God roept ons op te staan tegen elke vorm van verknechting, uitbuiting,.... Het lijden wordt zo draaglijker.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten